skip to main |
skip to sidebar
al wat ik nu draag
is al in het bos geweest;
enkel het duister.
het warm en loom lonkt
uit de diepte van de knop:
de kamperfoelie.
de tuin, misère;
winter is dan zo een draak
waar je niet mee steekt.
wij delen de lucht
die in en uit, in en uit.
jouw deel omarmt mij.
desolate nacht
sluit een koud pact met de dag;
onzichtbare muur.
desolate nacht
stopt de zee stil-dreigend in;
een grijze deken.
er is niet veel over
van wat ik naar het bos draag.
maar, het meest nog jij.